Inzichten en prognoses Limburgse arbeidsmarkt in kaart gebracht.
Door: Maatschappelijk Netwerk Limburg - Heidy Amory
Geplaatst op: woensdag 2 juli 2014
In de provincie Limburg wordt de komende jaren een tekort verwacht aan hoger technisch personeel, terwijl er in de welzijnsrichtingen nog steeds te weinig werk is. En: samenwerking tussen onderwijsinstellingen, het bedrijfsleven en de overheid is onontbeerlijk om de moderne arbeidsmarkt het hoofd te kunnen bieden. Limburg staat in Europa op plek 17 (van de 262 regio’s) als het gaat om de concurrentiepositie.
Dat zijn slechts een aantal van de conclusies die staan in RAIL 2014: een uitgave waarin de Limburgse arbeidsmarkt centraal staat. RAIL 2014 staat voor Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg.
Het boekje biedt een belangrijk vertrekpunt voor actie en beleid voor alle betrokkenen op de arbeidsmarkt en daarmee een houvast in een steeds grilliger wordende arbeidsmarkt.
Beïnvloedende factoren om ons heen;
De Limburgse arbeidsmarkt is volop in beweging en deze dynamiek op de arbeidsmarkt zal alsmaar toenemen. De overgang van economische crisis naar economisch herstel maakt dat prognoses over de ontwikkeling van diezelfde arbeidsmarkt onzeker zijn. Behalve deze macro-economische factoren, spelen ook demografische, politieke en beleidsmatige ontwikkelingen een rol. Denk daarbij aan vergrijzing, ontgroening en landelijke bezuinigingen.
Prognoses van RAIL gaan uit van een economische groei van 0,5% in 2014. Naar verwachting blijft de economische groei ook op middellange termijn (2015-2018) met gemiddeld 1,25% beperkt. Europees gezien staat Limburg op plaats 17 van de 262 regio’s als het gaat om de concurrentiepositie.
De vraag naar arbeid;
De werkgelegenheid in Limburg is in de periode 2008-2013 met 24 duizend gedaald. Tussen 2012 en 2013 daalde de werkgelegenheid met 2,7%, namelijk van 531.000 naar 517.000. De Nederlandse economie lijkt zich na de mondiale crisis te herstellen, maar Limburg leidt dit vooralsnog niet tot banengroei. Het totaal aantal arbeidsplaatsen in Limburg blijft tussen 2013 en 2018 redelijk stabiel. Er zijn sectoren waar de werkgelegenheid groeit, zoals de groothandel (groei jaarlijks van 0,6%), de bouw (+0,6%), de sector cultuur, recreatie en overige diensten (+0,6%) en de zakelijke dienstverlening (+0,4%). Sectoren waar de werkgelegenheid krimpt, zijn de overheid (jaarlijkse afname van 2,2%), landbouw en visserij (- 2,1%), financiële dienstverlening (- 1,6%) en onderwijs (- 1,7%). In de welzijnssector krimpt de werkgelegenheid tussen 2014 en 2018 naar verwachting met gemiddeld 3,9% per jaar.
Aanbod op de arbeidsmarkt;
De potentiële beroepsbevolking in Limburg daalt in de periode 2013-2018 met bijna 34.000 personen (-5,5%). De verwachting is dat de arbeidsparticipatie de komende jaren verder stijgt, zij het in een minder snel tempo dan voorheen. De belangrijkste bronnen van aanbod op de Limburgse arbeidsmarkt zijn het onderwijs, buitenlandse arbeidsmigranten en werklozen. Trends in het onderwijs laten zien dat de komende jaren het aantal leerlingen in het primair onderwijs geleidelijk daalt. Het leerlingenaantal in het voortgezet onderwijs zal de komende jaren nog licht groeien en vanaf 2016 dalen. In het MBO blijft het aantal leerlingen tot 2020 vrijwel constant en in het HBO zullen de studentenaantallen tot 2025 licht toenemen. Buitenlandse arbeidsmigranten vormen reeds een substantieel arbeidsaanbod in Limburg en het is de verwachting dat dit de komende jaren zo zal blijven. overige reserves samen met de werklozen het onbenut arbeidsaanbod. In Limburg bestaat deze groep uit 56.000 personen. Bij de inzetbaarheid van deze mensen voor bijvoorbeeld tekortsectoren telt niet alleen de kwantiteit maar zeker ook de kwaliteit.
Van onderwijs naar arbeidsmarkt;
De totale arbeidsmarktinstroom in de periode 2013-208 zal in Limburg 73.100 bedragen. De totale vraag naar nieuwkomers op de arbeidsmarkt (baanopeningen) ligt in deze periode op 58.200. Daarmee overtreft het aanbod de vraag. De vooruitzichten op de lopen voor verschillende opleidingstypen en beroepsklassen echter behoorlijk uiteen. Tekorten worden verwacht in voornamelijk de hogere technische beroepen, de hogere transportberoepen, de hogere pedagogische beroepen en bijvoorbeeld de middelbaar technische beroepen. Er worden overschotten verwacht bij bijvoorbeeld de lagere beveiligingsberoepen, de middelbaar administratieve beroepen, de middelbaar verzorgende beroepen en in de welzijnsrichtingen. Het aanbod sluit niet altijd (goed) aan op de behoeften van werkgevers.
Bert Kersten is gedeputeerde voor arbeidsmarkt en onderwijs: “Een goede samenwerking, afstemming en aansluiting tussen bedrijfsleven en onderwijs zijn meer dan ooit van belang voor het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid en groei van werkgelegenheid. Door een goede aansluiting van het onderwijs op de behoeften van het regionale bedrijfsleven kunnen we zorgen voor kwalitatief goede instroom en scholing van zittend personeel. Hierin heeft elke partij zijn eigen verantwoordelijkheid maar in de samenwerking en afstemming ligt vaak het succes. Ik probeer die samenwerking te stimuleren”.
Dit is een gezamenlijk persbericht van de partners in RAIL:
De centrumgemeenten Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen, Roermond, Venlo en Venray, samen met de Provincie Limburg, SBB, UWV, het Technocentrum Zuid-Limburg, de gezamenlijke ROC’s/AOC, Zuyd Hogeschool en de Kamer van Koophandel.
Meer informatie: www.limburg.nl